Clémence Ross-van Dorp: ‘Op de langere termijn hebben we elkaar steeds weer nodig’
Clémence Ross-van Dorp: ‘Op de langere termijn hebben we elkaar steeds weer nodig’
Clémence Ross-van Dorp heeft de afgelopen jaren de LSH-sector van zeer dichtbij leren kennen, tot 2022 als LSH-ambassadeur in het Actieprogramma ‘Nieuwe kansen voor Topsector Life Sciences & Health’ en vervolgens als bestuurslid van FAST. Een interview bij haar afscheid uit het FAST-bestuur. ‘Als je als overheid het belang van patiënten wilt waarborgen, zorg dan voor een gebalanceerd innovatiebeleid.’
‘We plukken momenteel de vruchten van de inspanningen van de afgelopen jaren’, aldus Ross. ‘Het LSH-ecosysteem is hechter verbonden dan ooit. FAST heeft een stevige basis. De ministeries van EZK en VWS zien het belang ervan en ondersteunen die onderlinge verbondenheid en steunen FAST. Verbondenheid en samenhang zijn cruciaal voor het succes van alle partijen, want succes organiseer je samen. Iedereen in deze sector heeft uiteindelijk het belang van patiënten voor ogen, vanuit verschillende achtergronden en met verschillende bijkomende doelstellingen. Als je daar samen naartoe werkt, is dat uiteindelijk in ieders belang.’
Samenwerking
Ross is de afgelopen jaren nauw betrokken geweest bij de LSH-sector. Als voormalig staatssecretaris voor VWS (van 2002 tot 2007) werd zij in 2019 benoemd tot ambassadeur van de sector en gaf zij leiding aan het Actieprogramma ‘Nieuwe kansen voor Topsector Life Sciences & Health’. In dat programma richtte zij zich onder meer op het versterken van de samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijven binnen de regio’s en de landelijke samenwerking in de sector. ‘Ik ben in de afgelopen jaren heel veel mensen tegengekomen en het valt me elke keer weer op dat iedereen met zoveel passie en inhoudelijke betrokkenheid bezig is, of je nu in bedrijven komt of in onderzoeksinstellingen. En dan is het heel mooi om daar net iets boven te hangen en je af te vragen: als we het met elkaar tot een nog groter succes willen maken, wat is daar dan voor nodig? Wat in elk geval nodig is, is een gezamenlijke visie op de langere termijn. Op de korte termijn zijn er altijd opportunistische redenen om voor je eigen belang te kiezen. Dat zie je helaas ook vaak gebeuren, zeker in periodes dat het geld schaars is of als zich een nieuwe politieke realiteit aandient. Maar door opportunisme kun je ook vrienden kwijtraken. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. En op de langere termijn heb je elkaar altijd weer nodig. We noemen het niet voor niets een ecosysteem.’
Modelmatige benadering
Om de ontwikkeling van nieuwe behandelingen te faciliteren en het gehele systeem van geneesmiddelvoorziening te optimaliseren is volgens Ross behoefte aan een modelmatige benadering. Zoals het allang gebruikelijk is om aan de hand van data modellen te ontwikkelen voor het identificeren van nieuwe werkingsmechanismen en drug targets, zo zou ook op systeemniveau vaker modelmatig moeten worden nagedacht. ‘Je kunt bijvoorbeeld in een sandbox-benadering op basis van casuïstiek alternatieve businessmodellen uitproberen voor specifieke situaties zoals drug repurposing en personalised medicine. Of je kunt analyseren wat er zou gebeuren als je elementen uit andere landen hier zou invoeren. Duitsland bijvoorbeeld staat bekend om de allersnelste toelating van nieuwe geneesmiddelen tot de markt van heel Europa. Dat klinkt heel aantrekkelijk, dus laten we eens doorrekenen wat er zou gebeuren als wij dat zouden doen. Wat zijn dan de consequenties? Of neem het Britse systeem, waar het hele traject van vergoeding en prijsstelling bepaald wordt door een onafhankelijk instituut NICE (het National Institute for Health and Care Excellence, red.) en niet zoals hier een politieke beslissing is die genomen wordt door de minister. Kortom, ik denk dat we op landelijk niveau met publieke en private partijen op een modelmatige manier moeten nadenken over het huidige systeem en zo de innovatie verder stimuleren. Dat vraagt zeker voor de overheid ook wel wat moed, want misschien blijkt dat sommige wetten niet zo werken als we gedacht hadden, maar als je altijd alleen maar binnen de lijntjes kleurt, kom je nooit verder.’
Innovatie in het belang van de patiënt
Om de huidige uitdagingen in zorg en preventie het hoofd te bieden en om behandelingen te vinden voor de vele (zeldzame) aandoeningen waarvoor nu nog geen therapie beschikbaar is, is innovatie volgens Ross van groot belang. ‘Innovatie is in het belang van de economie, maar zeker ook in het belang van de patiënt, kortom in het belang van Nederland. Daarom hoop ik dat het komende kabinet alsnog gaat inzetten op innovatie. Want het is van groot belang dat de overheid als systeempartij innovatie krachtig ondersteunt. Je kunt innovatie wel aan de markt overlaten, bedrijven gaan echt wel door met innoveren, maar die richten zich natuurlijk primair op innovaties die winstgevend zijn. De markt heeft niet vanzelf oog voor het publieke belang, daar is de overheid voor, om te zorgen dat het geheel in balans blijft. De beoogde nieuwe minister voor Volksgezondheid heeft zich altijd erg sterk gemaakt voor de belangen van de patiënt. Maar zonder een gebalanceerd innovatiebeleid is het heel moeilijk om de belangen van de patiënt te waarborgen en te zorgen dat de kosten binnen de perken blijven. Ik ben heel benieuwd hoe zij dat gaan doen.’
Ross zal het wel en wee van de sector de komende tijd op meer afstand volgen. Ze overweegt een nieuwe functie in het buitenland, waar zij zich waarschijnlijk ook met innovatie zal bezighouden. In elk geval is er nog niet van plan op haar lauweren te gaan rusten. ‘Wie weet krijg ik in de komende jaren weer met deze sector te maken, maar nu richt ik me eerst op iets anders. Ik wens iedereen die ik de afgelopen periode heb gesproken, het allerbeste toe en hoop dat iedereen in goede harmonie blijft samenwerken, in het belang van patiënten in Nederland en daarbuiten.’