Column Sahar Barjesteh van Waalwijk van Doorn-Khosrovani: “Het is om langer en beter te leven”, en niet alleen voor één patiëntengroep maar het liefst voor iedereen
Column Sahar Barjesteh van Waalwijk van Doorn-Khosrovani: “Het is om langer en beter te leven”, en niet alleen voor één patiëntengroep maar het liefst voor iedereen
“Heb je een advies voor de toekomstige generaties?” is de laatste vraag van mijn medehost, Hans Westgeest aan onze gast, Gabe Sonke, in onze podcast ‘De Bruggenbouwers’ die net als hij ook medisch oncoloog is. “Een simpel advies,” zegt Gabe Sonke, “als je denkt waarom behandelen we mensen, het is om langer en beter te leven. Als je dat steeds voor ogen houdt, dan heb je een heleboel vragen opgelost… probeer dat als leidraad te hebben.”
Mijn leidraad
Ik werk bij een zorgverzekeraar en mijn werk bestaat voor een deel uit het beoordelen van nieuwe behandelingen die nog moeten worden opgenomen in het basispakket, of juist het herbeoordelen van wat al in het pakket zit. Regelmatig moet ik ook een complexe machtigingsaanvraag beoordelen, voor een individuele verzekerde. Ik zal even kort vertellen hoe dit werkt. Alles wat we vergoeden, moet voldoen aan de stand van wetenschap en praktijk (SWP). In principe is dit gewoon evidence-based medicine. Voor mijn werk moet ik dus veel artikelen lezen en de kwaliteit en de uitkomsten van de studies beoordelen. Gelukkig geeft het beoordelingskader van het Zorginstituut mij ook de ruimte om medische argumenten mee te nemen in mijn beslissingen, zoals bijvoorbeeld de ernst van de aandoeningen of een gebrek aan alternatieven voor de patiënt. Ik kijk dus eerst naar het bewijs en stel daarna, voordat ik de eindconclusie op papier zet en deze met mijn collegae bespreek, naar de medische argumenten. Ik stel dan twee vragen aan mezelf. De eerste vraag is: Heb ik rekening gehouden met de medische behoeften van de patiënt(en)? De tweede vraag is: Is mijn beoordeling ook rechtvaardig tegenover andere patiënten? En dit is een belangrijke vraag binnen de zorgverzekering omdat je rechtsgelijkheid moet borgen. Als ik de vergoeding van de behandeling goedkeur voor één verzekerde, moet deze behandeling ook voor andere vergelijkbare patiënten in Nederland vergoed kunnen worden.
Ook het principe van het berekenen van de kosteneffectiviteit voor een behandeling is om rekening te houden met andere patiënten in het zorgstelstel. Het vergoeden van een geneesmiddel dat niet kosteneffectief is, het opnemen van een behandeling die niet doelmatig is in de richtlijn en het voorschrijven van deze behandeling kunnen invloed hebben op andere patiëntengroepen. Dit betekent dat de beslissing van de pakketbeheerder, zorgverzekeraar, beroepsgroep of behandelaar in één dossier of ruimte kan creëren voor de behandeling van andere patiënten, of juist kan leiden tot verdringing. Het zorgbudget is immers beperkt.
Christian’s leidraad
Begin dit jaar kreeg ik een appje van de oncoloog en onderzoeker Christian Blank: “Als je wilt, laat ik je eens confidentieel de resultaten van de NADINA-trial zien.” Ik ken hem al vrij lang. Hij heeft altijd fantastische onderzoekideeën, en hij praat er zo snel en enthousiast over dat het soms moeilijk is om hem bij te houden. Oh ja, en hij kan super ongeduldig zijn. Officieel moest Christian de resultaten van zijn studie vertrouwelijk houden en deze niet met het publiek delen tot zijn presentatie tijdens het Amerikaanse oncologiecongres. Als er een goede reden is, kan hij deze informatie wel met iemand delen onder vertrouwelijkheidsvoorwaarde. In dit geval lijkt het erop dat hij niet kan wachten om de data te delen met mij en te sparren over de vervolgstappen. Ik reageerde op zijn app dat ik vanzelfsprekend nieuwsgierig was en we planden een meeting. Nadat ik de resultaten had gezien, snapte ik zijn enthousiasme en ongeduld. De experimentele groep van zijn studie krijgt niet alleen een kortere behandeling, ook de behandelresultaten zijn veel beter dan wat de standaardzorg biedt! En raad eens wat de leidraad was voor Christian? De patiënt! Blijkbaar is de patiëntenorganisatie heel actief betrokken geweest bij het studiedesign.
De leidraad van Bristol Myers Squibb
De NADINA-trial is een onafhankelijke studie in het ontwerp en uitvoeren maar is gefinancierd door de fabrikant Bristol Myers Squibb (BMS). Als je naar het studiedesign kijkt, zou je je verbazen dat een fabrikant in eerste instantie akkoord is gegaan met investeren in zo’n studie die leidt tot minder voorschriften van hun product en lagere inkomsten. Commercieel gezien zou deze studie aanvankelijk niet interessant lijken voor investering. Maar BMS realiseert zich dat een behandeling die beter is voor patiënten, een sterkere marktpositie kan opleveren. Verder toont dit niet alleen hun inzet voor innovatie aan, maar ook hun streven naar duurzame groei.
Het zou mooi zijn als meer fabrikanten gaan investeren in de-escalatiestudies, want op de lange termijn kan dit ook commercieel interessant zijn voor het bedrijf, doordat het bijdraagt aan minder toxiciteit en mogelijk betere behandelresultaten en een versterking van de marktpositie.
Snelle vergoeding en implementatie
Mijn ervaring is dat nieuwe technologieën, die net als het behandelschema van de NADINA-trial de patiënt centraal stellen, sneller geïmplementeerd en vergoed worden. Noch patiënten, noch het zorgsysteem staan te wachten op behandelingen die alleen bij een klein deel van de patiënten werkzaam zijn of onterecht lang duren. Dit zou immers niet alleen leiden tot onnodige klinische toxiciteit, maar ook tot financiële toxiciteit en tijdtoxiciteit (lees tijdsverlies). Een goede behandeling is zo kort mogelijk en in de laagst mogelijke dosering.
Deze maand is het behandelschema van de NADINA-trial, na een spoedbeoordeling door het Zorginstituut, opgenomen in het basispakket. Zo’n versnelde beoordeling (tussen 15 juli en 30 augustus 2024) gebeurt niet vaak. Maar deze behandeling is niet alleen effectiever dan de bestaande behandeling, maar ook goedkoper. Het Zorginstituut schrijft in haar beoordeling dat dit tot een besparing van 17,7 miljoen euro per jaar kan leiden. Met 17,7 miljoen inwoners in Nederland betekent dat 1 euro per persoon die elders in de zorg besteed kan worden. Het is moeilijk om een studie met deze resultaten niet snel te omarmen. Je helpt namelijk niet alleen deze patiëntengroep, maar ook direct andere patiëntengroepen.
In ons zorgsysteem, dat gebaseerd is op solidariteit, is het derhalve van het grootste belang dat onderzoekideeën die niet alleen tot betere zorg leiden voor één patiëntengroep, maar er ook voor zorgen dat er meer geld overblijft voor andere patiënten, enthousiast worden omarmd, gefinancierd en vervolgens snel in de praktijk worden gebracht en vergoed.
Dr. S. Barjesteh van Waalwijk van Doorn-Khosrovani is apotheker Geneesmiddel & Maatschappij bij zorgverzekeraar CZ. Zij is lid van Commissie Beoordeling Add-on Geneesmiddelen en Moleculaire Diagnostiek (CieBAG) van Zorgverzekeraar Nederland en Associate Professor in Medische Oncologie en Toegankelijkheid van Geneesmiddelen van het Leids Universitair Medisch Centrum. Verder is zij lid van de werkgroep Horizonscan Hematologie en Oncologie van het Zorginstituut Nederland en commissielid van het KWF voor het Langetermijnprogramma van Biomarkers.